Wat is een vulkaan?
Ontstaan
Een vulkaan ontstaat wanneer magma tot het aardoppervlak doordringt. Er zij drie situaties te onderscheiden waarbij vulkanen gevormd worden, namelijk bij:
- Convergentie
- Divergentie
- Hotspots
Een vulkaan ontstaat wanneer magma tot het aardoppervlak doordringt. Er zij drie situaties te onderscheiden waarbij vulkanen gevormd worden, namelijk bij:
- Convergentie
- Divergentie
- Hotspots
Convergentie
Bij convergentie bewegen twee platen naar elkaar toe. Wanneer beide platen een verschillende dichtheid hebben, glijdt de ene plaat onder de andere. Dit wordt subductie genoemd. De plaat die naar beneden wordt geduwd in de laag gesmolten gesteente eronder, smelt waardoor er magma ontstaat. Dit magma stijgt op en moet eerst door de aardkorst heen breken voor het naar buiten kan stromen. Daar is veel kracht voor nodig. Hevige uitbarstingen zijn meestal het gevolg.
We onderscheiden twee vormen van subductie:
- Een oceanische plaat schuift onder een continentale plaat. In dit geval ontstaat actief vulkanisme.
- Een oceanische plaat schuift onder een andere oceanische plaat. In dit geval ontstaat ook actief vulkanisme, wat resulteert in een eilandboog.
Voorbeelden van vulkanen die zijn ontstaan bij convergente plaatgrenzen zijn Mount Etna en de vulkanen van de Ring van Vuur (gebied rondom de Grote Oceaan), waar Mount St. Helens toe behoort. Bij convergente plaatgrenzen ontstaan vaak stratovulkanen.
Bij convergentie bewegen twee platen naar elkaar toe. Wanneer beide platen een verschillende dichtheid hebben, glijdt de ene plaat onder de andere. Dit wordt subductie genoemd. De plaat die naar beneden wordt geduwd in de laag gesmolten gesteente eronder, smelt waardoor er magma ontstaat. Dit magma stijgt op en moet eerst door de aardkorst heen breken voor het naar buiten kan stromen. Daar is veel kracht voor nodig. Hevige uitbarstingen zijn meestal het gevolg.
We onderscheiden twee vormen van subductie:
- Een oceanische plaat schuift onder een continentale plaat. In dit geval ontstaat actief vulkanisme.
- Een oceanische plaat schuift onder een andere oceanische plaat. In dit geval ontstaat ook actief vulkanisme, wat resulteert in een eilandboog.
Voorbeelden van vulkanen die zijn ontstaan bij convergente plaatgrenzen zijn Mount Etna en de vulkanen van de Ring van Vuur (gebied rondom de Grote Oceaan), waar Mount St. Helens toe behoort. Bij convergente plaatgrenzen ontstaan vaak stratovulkanen.
Ring van Vuur (het donkerroze gearceerde gebied): gebied rondom de Grote Oceaan waar veel vulkanen en aardbevingen voorkomen, veroorzaakt door diverse subductiezones van tektonische platen. De Ring van Vuur loopt ongeveer van Nieuw Zeeland naar Indonesiƫ, de Filipijnen, Japan, Alaska en de westkust van Canada, de Verenigde Staten, Mexico, Midden-Amerika en Zuid-Amerika. De totale lengte van de Ring van Vuur is ongeveer 3500 km.
Divergentie
Bij divergentie is er sprake van twee platen die van elkaar af bewegen. De meeste divergentiezones liggen onderzees. Daar waar de platen uit elkaar drijven, komt er gesmolten gesteente (vloeibaar magma) omhoog als lava. Als dit over de zeebodem uitvloeit, stolt het bij contact met het oceaanwater en ontstaat oceanische korst. Dit gebeurt bijvoorbeeld in het midden van de Atlantische Oceaan.
De plaats waar nieuwe oceanische korst ontstaat, noemen we een oceanische rug. Oceaanruggen zijn gebieden met veel vulkanische activiteit. Meestal verloopt het vulkanisme hier echter wel rustig. Omdat de platen uit elkaar gaan, wordt er ruimte vrijgemaakt voor het opstijgende magma. Wanneer Oceaanruggen tot boven zeeniveau uitsteken, ontstaan vulkanische eilanden. IJsland is een voorbeeld van zo'n vulkanisch eiland.
Bij divergerende platen komen vaak spleetvulkanen voor.
Bij divergentie is er sprake van twee platen die van elkaar af bewegen. De meeste divergentiezones liggen onderzees. Daar waar de platen uit elkaar drijven, komt er gesmolten gesteente (vloeibaar magma) omhoog als lava. Als dit over de zeebodem uitvloeit, stolt het bij contact met het oceaanwater en ontstaat oceanische korst. Dit gebeurt bijvoorbeeld in het midden van de Atlantische Oceaan.
De plaats waar nieuwe oceanische korst ontstaat, noemen we een oceanische rug. Oceaanruggen zijn gebieden met veel vulkanische activiteit. Meestal verloopt het vulkanisme hier echter wel rustig. Omdat de platen uit elkaar gaan, wordt er ruimte vrijgemaakt voor het opstijgende magma. Wanneer Oceaanruggen tot boven zeeniveau uitsteken, ontstaan vulkanische eilanden. IJsland is een voorbeeld van zo'n vulkanisch eiland.
Bij divergerende platen komen vaak spleetvulkanen voor.
Hotspots
Een hotspot is een gebied waar de aardkorst erg dun is. Hotspots liggen vaak ver verwijdert van de randen van tektonische platen.Men gaat er vanuit dat de aardkorst dun is geworden, doordat onder die hotspots zich een convectiestroom bevindt van extra warm materiaal (een mantelpluim), wat de aardkorst van onderaf doet smelten. Doordat de aardkorst op deze plaatsen erg dun is, kan de magma zich gemakkelijk een weg banen door de aardkorst en zich verzamelen in de magmakamer. Uiteindelijk wordt de druk in de magmakamer zo groot dat er een uitbarsting plaats vindt.
Omdat tektonische platen bewegen, terwijl de convectiestroming op dezelfde plaats blijft, zal de vulkaan op een gegeven moment buiten het bereik van de warme convectiestroom komen. Hierdoor gaan alle vulkanen veroorzaakt door hotspots, uiteindelijk dood. Tektonische platen die over hotspots bewegen, worden gekenmerkt door rechte ketens van vulkanen, die ouder zijn naarmate de verder van de hotspot liggen. De Hawaï-eilanden zijn zo waarschijnlijk gevormd.
Bij hotspots komen vaak schildvulkanen voor.
Een hotspot is een gebied waar de aardkorst erg dun is. Hotspots liggen vaak ver verwijdert van de randen van tektonische platen.Men gaat er vanuit dat de aardkorst dun is geworden, doordat onder die hotspots zich een convectiestroom bevindt van extra warm materiaal (een mantelpluim), wat de aardkorst van onderaf doet smelten. Doordat de aardkorst op deze plaatsen erg dun is, kan de magma zich gemakkelijk een weg banen door de aardkorst en zich verzamelen in de magmakamer. Uiteindelijk wordt de druk in de magmakamer zo groot dat er een uitbarsting plaats vindt.
Omdat tektonische platen bewegen, terwijl de convectiestroming op dezelfde plaats blijft, zal de vulkaan op een gegeven moment buiten het bereik van de warme convectiestroom komen. Hierdoor gaan alle vulkanen veroorzaakt door hotspots, uiteindelijk dood. Tektonische platen die over hotspots bewegen, worden gekenmerkt door rechte ketens van vulkanen, die ouder zijn naarmate de verder van de hotspot liggen. De Hawaï-eilanden zijn zo waarschijnlijk gevormd.
Bij hotspots komen vaak schildvulkanen voor.